zondag 22 september 2013

Sint Maarten




Verborgen lichtjes
Sint Maarten staat niet op zichzelf. Het donker jaargetijde wordt ingeluid door Michael, om via Martinus en Sint Nicolaas uiteindelijk tot het kerstlicht te komen.
Hoe het u vergaat weet ik niet, maar ik word elk jaar weer verrast door het Michaëlsfeest. Nog nazinderend van de zomer lukt het me nog net om de voorbereidingen te treffen. Het is alsof je met een schok wakker wordt; ongeveer het gevoel dat je hebt als je na het aflopen van de wekker nog even blijft liggen en dan ineens ziet dat het kwart voor acht is in plaats van kwart voor zeven. Je bent nog net op tijd op je werk, maar vraag niet hoe. Soms nog tijdens de dag zelf, maar anders in ieder geval in de dagen erna hoor je om je heen dezelfde geluiden: de plannen die we voor de zomer hadden, moeten nu maar eens worden uitgevoerd. Voor een Michaëlsfeest op school kunnen spelen en opdrachten die moed en slagvaardigheid oproepen, worden gemaakt en bedacht. Met mikspelletjes, zoals in zijn eenvoudigste vorm de spijker op de kop slaan, boogschieten of het moeilijke speerwerpen, wordt gericht op het gestelde doel. Ook opdrachten en speurtochten waarbij de
richting en de goede weg zelf moeten worden gevonden en waarbij moeilijkheden worden overwonnen, vormen een goed motief voor zo’n feest.
Moeilijkheden de baas worden en zuiverheid van richting en doel te pakken krijgen, is nodig om de draak te bestrijden. Nauw verweven met Michaël is namelijk het beeld van de draak die zieltogend het onderspit zal delven. In veel verhalen is het de jonkvrouw die ten offer valt aan de draak, als een moedeloos, berustend volk de kracht niet bezit om zich tegen deze donkere onheilsmacht te verweren. De kracht om nieuw leven te baren, ontwikkelingskrachten te schenken, droogt dan op, wat tot uitdrukking komt in de opgedroogde bron of de verdorrende appelbomen in deze legendes.

Metamorfose
Van 29 september naar 11 november, het Sint-Maartensfeest, lijkt een hele sprong. Tijdens de uitvoering van al die gerijpte plannen, komt een feest waarin een heel andere stemming ontstaat. Toch is er een relatie te ontdekken. Deze reikt echter verder en wordt zichtbaar door de daaropvolgende feesten Sint-Nicolaas, advent en Kerstmis erbij te betrekken.
We kennen het verhaal van Sint-Maarten: een groep Romeinse soldaten komt voor de poort van de stad Amiens. De soldaten hebben een lange rit achter de rug en verlangen ongetwijfeld naar eten en een bed. Naast de poort zit een man, een bedelaar, half naakt en hongerig. Hoewel de kans klein is dat hij wat krijgt, vraagt hij toch om een aalmoes. Maarten wordt getroffen door de aanblik van deze mens. Hij houdt zijn paard in en trekt zijn zwaard. Hij snijdt zijn mantel doormidden en reikt de helft aan de bedelaar.
Die nacht verschijnt Christus in zijn droom. Hij draagt het afgesneden stuk van de mantel om zijn schouder en spreekt tot de engelen die bij hem zijn: ‘Martinus, de ongedoopte, heeft mij met een kleed omhult.’ Maarten laat zich hierna dopen en stelt zijn leven in dienst van Christus. Zoals Maarten deelde, moeten wij ook delen. Het is de kunst om onze ideeën en plannen met anderen te delen, niet om hen voor onze plannen te winnen, maar om daadwerkelijk te delen. Ook al worden de plannen dan anders dan wij hadden gedacht, of misschien wel juist daarom. De kleinsten doen het ons voor, uiteraard in het gebied waar zij zich thuis voelen: de natuur. Een knol of grote winterpeen wordt uitgehold. Van deze vrucht, tot wasdom gekomen in de donkere aarde, wordt de buitenkant, de huid of schil, bewerkt zodat de uitgesneden zon, maan en sterren transparant oplichten door het licht van het kaarsje dat er binnenin is geplaatst.
Wie ooit zelf als kind met zo’n lichtje langs de deuren van het dorp of de hele stadswijk heeft gelopen, kan zich – naast de pret – het bedelaarsgevoel dat je kreeg zodra er werd aangebeld nog levendig herinneren. Lopen met zo’n lichtje over straat is spannend en feestelijk, maar jezelf als arme tentoonstellen en zingend vragen om een appel of een peer is wel een hele drastische metamorfose van moed en besluitkracht. Toch komt het bij Sint-Maarten daarop aan. Uiterlijke kracht werkt in het sociale leven alleen maar vruchtbaar in samenhang met innerlijke moed. Het liedje heeft in al zijn eenvoud ook een verborgen wijsheid:

Vriend van verre landen
Dat wij hier met lichtjes lopen is geen schande
Hier woont een rijk man
Die ons heel wat geven kan
Geef een appel of een peer
Komen we ‘t hele jaar niet meer

De rijke man kan van zijn oogst schenken aan de kinderen; een appel die met zijn stervormig hart en ronde vorm de verbinding met de hemel representeert of een peer die door zijn zwaar uithangende vorm en overrijpe smaak meer met de aardse krachten is verbonden.
Tegelijkertijd wijst dat nog verborgen lichtje ons op het grote licht dat gaat komen. In de steeds donker wordende tijd van het jaar kan ons dat tot troost zijn.

KindervriendIn de daarop volgende adventstijd beleven we het korter worden van de dagen en de steeds lager staande zon. Het lijkt of de maan aan invloed wint en de zon zich terugtrekt. De eerste adventzondag (dit jaar op 2 december) wordt volgens oud gebruik de eerste kaars van de adventskrans aangestoken. In Nederland lijkt deze eerste week overvleugeld te worden door het feest van Sint-Nicolaas.
Van deze goede bisschop van Myra, een Arabische stad, geeft de geschiedenis weinig of geen feiten. Er wordt zelfs getwijfeld of hij in de vierde of de zesde eeuw leefde. Pas na het jaar 1000 komen de legendes en verhalen over de beschermheilige van zeevaarders, jonkvrouwen en kinderen ook in de streken ten noorden van de Alpen voor. De goedheilig man brengt degenen die in moeilijkheden verkeren tot nieuw leven. Zoals in het verhaal van de kindertjes die bij een slager om onderdak vragen, maar wreed worden weggestuurd. De slagersvrouw is echter belust op het geld dat ze bij zich
zouden hebben en biedt hen toch een slaapplaats aan. Als zij en haar man ‘s nachts ontdekken dat er niets van rijkdom bij de arme wichten is te bespeuren, brengen ze de kinderen om, hakken ze in stukjes om ze vervolgens in een pastei te verwerken. Nicolaas in een droom gewaarschuwd door een engel, gaat naar de markt waar de vleeswaren liggen, slaat een kruis boven hen en brengt ze terug in het leven. Dit is een legende die ver af staat van de wijze waarop we thans het Sinterklaasfeest beleven. Sinterklaas heeft in deze moderne tijd een aantal feestaspecten die zowel eigentijds zijn als hun wortels in het verleden hebben. Overgebleven is in elk geval de kindervriend. Met Sinterklaas verras je de ander. Door het delen, het samen werken en leven, hebben wij elkaar zo goed leren kennen dat er ruimte is gekomen om de ander te verrassen. Eerst met een gedicht waarin we de ander een spiegel voor mogen houden, hem of haar iets van zichzelf mogen laten zien. Goedmoedig, vriendelijk en met humor, maar wel duidelijk, glashelder. Als pleister op de wonde volgt dan een geschenk, met zorg en liefde voor de ander uitgekozen. Het is altijd weer spannend of je het gevoel van gewaardeerd worden kunt oproepen.

EdelsteenMet Sint-Maarten krijgt ieder een geschenk dat hetzelfde is. Met Sint-Nicolaas is het juist de kunst iets persoonlijks voor ieder apart te vinden. Het gebaar is bij Michael doelgericht, bij het Sint-Maartensfeest ontvangend en bij Sint-Nicolaas schenkend. In de weg van het licht door deze drie feesten is waar te nemen dat waar de uiterlijke zon afneemt -en niet alleen in het kinderlied ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ – de invloed van de nacht toeneemt en het licht binnen juist aan kracht wint.
Tijdens de adventstijd bereiden wij ons voor op de komst van het Zonnekind. Het is een tijd van bezinning; hoe werken de uitgevoerde plannen, zijn ze in overeenstemming met onze idealen of moeten ze meer doorwarmd, meer doorlicht worden? Uiterlijk wordt die voorbereiding zichtbaar door de kerststal. Op de eerste adventzondag wordt een tafel met behulp van mooie stenen en hout een landschap gemaakt met daarop het stalletje. De weg er naar toe voert langs edelstenen en Jozef en Maria komen met hun ezeltje elke dag een beetje dichterbij.
Op de tweede adventzondag wordt de tafel versierd met bloemen. Het is elk jaar weer een feest om te zien hoe kleurrijk het geheel daar van wordt.
Op de derde adventzondag verschijnen de schapen en de os in de stal; ook de dierenwereld bereidt zich voor. Tenslotte komen op de vierde adventzondag de herders. Als dan ook nog de kerstboom in huis wordt gehaald, versierd met kaarsen, tekens en dertig rode en drie witte rozen, is alles klaar om het Kind te ontvangen.
Bron: (Marcel de Leuw, Jonas nr 5, 02-11-1990)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten